Een levende bodem is de basis van een gezonde tuin. Helaas schiet het er nog wel eens bij in om deze te vertroetelen. We maken ons zorgen om planten die het niet zo goed doen, blaadjes die verwelken en luizenkolonies die over onze planten trekken. De grond daaronder lijkt niet zo interessant, maar niets is minder waar. Die hangende, wegkwijnende plant kan alles te maken met een slechte bodem. Als de bodem verdicht omdat er niet voldoende lucht en bodemleven is, kan water niet goed opgenomen worden.
Zonder al te theoretisch te worden: de bodem zit vol leven: denk aan wormen, duizendpoten en larven. Deze zitten in de bovenste 10 cm. Haal je een schep aarde uit je grond en zie je daar veel beestjes krioelen, is dat een indicatie voor een gezonde bodem. Maar ook dieper in de grond zit bodemleven, waaronder belangrijke schimmels en bacteriën, allen essentieel voor een gezonde bodem. Tot slot spelen de wortels van planten een actieve rol in het bodemleven. Zij voeden zich met de bodem, maar andersom voeden zij de bodem ook! Dit is heel in het kort het Bodemvoedselweb.
5 tips voor een beter bodemleven
- Bedek de bodem met planten
Zorg dat de beplanting je bodem zoveel mogelijk bedekt. De bodem zorgt hier anders zelf voor door gastheer te zijn voor onkruiden. De bodem wil niet kaal zijn: dit levert immers geen voedsel op, maar (te) veel warmte waardoor het uitdroogt en de grond dicht slaat. Door te kiezen voor variëteit aan beplanting zorg je dat diep en oppervlakkig wortelende planten samenwerken om het bodemleven te stimuleren. Gelukkig zie je steeds minder dat tuinplanten als een eilandje in de tuingrond staan, omdat het een stuk mooier is, maar het is dus ook goed voor je bodem!
- Laat blad en plantenresten liggen
Je maakt je bodem een stuk gezonder als je niet ingrijpt in de cyclus van planten. Als in de herfst het blad valt, laat je die liggen waar het ligt, of harkt het in je borders. Planten die afsterven laat je in eerste instantie staan als voedsel en overwinteringsplek voor de vogels en andere beestjes. Rond maart kun je de planten in kleine stukjes knippen en gewoon op de bodem laten vallen. Deze plantenresten zijn een goede voedingsbron voor het bodemleven. Hark het materiaal niet onder, de wormen en andere beestjes doen dit voor jou, op het moment dat dit nodig is.
- Plant een boom
Een boom wortelt diep, rond de wortels van een boom gebeurt heel veel. De wortels geven voedsel af, waar schimmels en bacteriën van kunnen leven. Deze zijn vervolgens weer een voedingsbron voor de boom, een prachtige kringloop dus. Onder een boom is de grond vaak koeler en daardoor droogt de bovenlaag minder snel uit. Maar een boom heeft meer voordelen: de wortels zorgen voor een betere structuur van de bodem, waardoor deze steviger wordt. En ze kunnen met hun grote volume veel water opvangen en vasthouden bij regen. De bodem kan zo beter hevige hoosbuien verwerken, waardoor het water niet blijft staan.
- Stop met spitten en schoffelen
Vroeger was het vaste prik in de (moes)tuin: de boel werd jaarlijks omgespit en weer mooi strak geharkt. De tuinder stond met pijn in zijn rug, tevreden naar zijn werk te kijken en had oprecht het gevoel dat hij iets bijgedragen had aan een vruchtbare bodem, niets is minder waar. Een grond die jaar in jaar uit verstoord raakt, moet na een spitbeurt zijn bodemvoedselweb opnieuw opbouwen, schimmels zijn verstoord, dieper gelegen voedsel komt naar boven waar het niet kan overleven. Zet die spade dus in de schuur en laat de bodem zelf het werk doen: dat doet het een stuk beter zonder ons ingrijpen. Ook bij het wieden van onkruid, haal het onkruid er plaatselijk uit, schoffelen van de hele tuin is dan hellemaal niet meer nodig. En de beestjes aan de oppervlakte kunnen lekker blijven zitten.
- Composteren
Naast de bladeren en plantenresten kun je de bodem verwennen met een laag biologische compost. Dit kan jaarlijks, maar zelf doe ik dit in de siertuin het jaar. (in de moestuin wel elk jaar!) En wat nou zo fijn is, je gooit in het vroege voorjaar (als de planten klein zijn) een flinke laag compost op de bodem en doet verder niks! Het bodemleven doet het zware werk om de compost naar beneden te halen en te vermengen met je tuingrond.
Dus eigenlijk vooral goed nieuws: Minder hard werken en meer genieten van een mooiere groene tuin! Wie wil dat nou niet?